The proposed research will shed new light on a debate within Bantu, the largest language family in Africa and a recent offshoot of Niger-Congo, the world’s largest phylum. Many non-Bantu Niger-Congo languages have an analytical morphosyntactic profile, while a great majority of Bantu languages have an agglutinative profile, which was also reconstructed for Proto-Bantu. The controversy revolves around which of these two profiles is innovative. It actually boils down to whether today’s morphology is yesterday’s syntax or the other way around. Scholars involved in the debate have used a top-down approach and argued for opposite directions of change based on (virtually) the same random selection of distantly-related Niger-Congo languages, without relying on the Comparative Method.
This project aims at a paradigm shift by using a bottom-up methodology to test these two hypotheses against a suitable empirical ground for morphosyntactic reconstruction. The West-Coastal Bantu (WCB) branch of the Bantu family is a uniquely suited test case for at least three reasons: (i) it includes analytical and agglutinative languages; (ii) recent fieldwork shows morphosyntactic reanalysis processes that are rather exceptional in Bantu; and (iii) WCB has a relatively shallow time depth (± 2500 years), i.e. it is easier to control for the effect of cyclicity in morphosyntactic change. The project’s main outcome will be the reconstruction of the Proto- WCB morphosyntactic profile and its evolutions.
Dit onderzoek zal een nieuw licht werpen op een debat in het Bantoe, de grootste taalfamilie in Afrika en een recente afstammeling van het Niger-Congo, ’s werelds grootste taalfylum. Veel niet-Bantoe Niger-Congotalen hebben een analytisch morfosyntactisch profiel, terwijl de meeste Bantoetalen agglutinerend zijn, wat ook gereconstrueerd werd in Proto-Bantoe. De controverse is welke van de twee innovatief is en komt neer op de vraag of de morfologie van vandaag de syntax van gisteren is of omgekeerd. Betrokken onderzoekers hebben altijd een top-down methode gebruikt en gepleit voor tegengestelde richtingen van verandering op basis van een bijna identieke selectie van ver verwante Niger-Congotalen zonder de Comparatieve Methode toe te passen.
Dit project beoogt daarentegen een bottom-up methodologie met een adequate empirische dataset voor morfosyntactische reconstructie. De West-Kustelijke tak van het Bantoe (WKB) is hiervoor buitengewoon geschikt omwille van minstens drie redenen: (i) het bevat zowel analytische als agglutinerende talen; (ii) recent veldwerk toont de werking van processen van morfosyntactische heranalyse, die uitzonderlijk zijn voor het Bantoe; (iii) WKB heeft een relatief beperkte tijdsdiepte (± 2500 jaren) wat het gemakkelijker maakt om effecten van cycli in morfosyntactische verandering te controleren. Het voornaamste resultaat van het project zal de reconstructie van het morfosyntactische profiel van Proto-WKB en de evoluties ervan zijn.