Political authority and social justice. A philosophical study of Arthaśāstra

Politiek gezag en sociale rechtvaardigheid. Een filosofische studie van Arthaśāstra
Start - End 
2022 - 2025 (ongoing)
Department(s) 
Department of Languages and Cultures
Department of Philosophy and moral sciences

Tabgroup

Abstract

The project investigates the fundamental philosophical and ethical concepts that influenced Kauṭilya and their impact on the social and political realm as reflected in the treatise “Arthaśāstra” (1- 2nd cent. CE). It offers a new interpretation of the text in the context of its cultural background, i.e. investigating non-Brahminical (mainly Buddhist and Jain) philosophical elements in the earliest recensions of the text. These, and related issues, constitute a starting point of a thesis that Kauṭilya was not a political realist mainly concerned with power and motivated by self-interest, as occasionally insinuated in topic literature by the Machiavellian alignment. Instead, he was a thinker committed to the well-being of others and the harmonious function of a society. The main part inquires on how the implicated key mechanisms of practical reasoning and principled action support social justice. It offers a thorough analysis of the directives, which specifically ensure collective success (artha) of a cosmopolitan community. The subsequent part discusses ‘political authority’ in three central questions: - to what extent is political authority an independent pursuit? - to what extent is it impacted by external institutions and social realities? - how should the ruler address the potential contradictions between the rules of institutions and the rule of law? Last, I reassess two cases of the applications of social justice: the status of women and environmental measures.

 

Het project onderzoekt de fundamentele filosofische en ethische concepten die Kauṭilya beïnvloedden en hun impact op het sociale en politieke domein, zoals weerspiegeld in "Arthaśāstra" (1-2e eeuw CE). Het biedt een nieuwe interpretatie van de tekst in de context van zijn culturele achtergrond - het onderzoeken van niet-brahmaanse (voornamelijk boeddhistische en jaïnistische) filosofische elementen in de vroegste tekst recensie. Deze kwesties zijn een beginpunt van een stelling dat Kauṭilya geen politiek realist was die zich voornamelijk bezighield met macht en gemotiveerd was door eigenbelang, zoals af en toe in de vakliteratuur wordt gesuggereerd door de Machiavellistische strekking. Hij was een denker die zich inzet voor het welzijn van anderen en de harmonie van een samenleving. Het grootste deel onderzoekt hoe de betrokken sleutelmechanismen van praktisch redeneren en principieel handelen sociale rechtvaardigheid ondersteunen. Het biedt een grondige analyse van de richtlijnen die specifiek zorgen voor het collectieve succes. Het vervolgdeel gaat in op 'politieke autoriteit’ in deze vragen: - hoeverre is politiek gezag een zelfstandige bezigheid? - in hoeverre wordt het beïnvloed door externe instellingen en sociale realiteiten? - hoe moet de heerser de mogelijke conflicten tussen de regels van instellingen en de rechtsstaat aanpakken? Ten slotte herbeoordeel ik gevallen van toepassing van sociale rechtvaardigheid: de status van vrouwen en milieumaatregelen.

People

Supervisor(s)

Co-supervisor(s)

Postdoc(s)