Anne Marie Musschoot (Gent, 1944) studeerde Germaanse filologie aan de Rijksuniversiteit Gent en promoveerde er in 1971 op een proefschrift over ‘Het Judith-thema in de Nederlandse letterkunde’ (Gent, KANTL, 1972). Zij was tot haar pensionering in 2007 gewoon hoogleraar aan de UGent en diensthoofd van de afdeling Nederlandse Literatuur, waar zij moderne Nederlandse literatuur en Algemene Literatuurwetenschap doceerde. Haar onderzoek concentreerde zich op het fin de siècle, het interbellum en de hedendaagse Nederlandse literatuur. Zij was (co-)promotor van 20 dissertaties en vervulde een onderwijsopdracht in Philadelphia (1986) en Londen (1990 en 1993). Zij editeerde samen met A. van Elslander het ‘Verzameld werk’ van Cyriel Buysse (7 dln., 1974-1981) en was hoofdredacteur van de ‘Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap’ (30 dln., 1985-2015). Zij schreef verscheidene kleinere studies over Karel van de Woestijne en bezorgde een editie van zijn ‘Verzameld dichtwerk’ (2dln., 2007). Haar belangrijkste opstellen werden gebundeld in ‘Op voet van gelijkheid’ (1994) en ‘Verschuivingen en ontgrenzingen’ (2013). Zij is samen met Arie Jan Gelderblom hoofdredacteur van de ‘Geschiedenis van de Nederlandse literatuur’ (2006 e.v.; 7dln. Verschenen in 2015). Zij schreef talloze recensies, onder meer voor ‘Ons Erfdeel’ en andere tijdschriften. Zij was jurylid van diverse literaire prijzen, lid van het bestuur van de Internationale Vereniging voor Neerlandistiek (1990-2000), van de Stichting Frankfurter Buchmesse (1993-2001) en bestuurslid bij de oprichting van het Vlaams Fonds voor de Letteren (2001).