Episide 2. On art, social commitment and duplicity

Start - End 
2009 - 2015 (ongoing)
Type 
Department(s) 
Department of Art, music and theatre sciences
Other institution(s) 
KASK - School of Arts

Tabgroup

Abstract

Episode II is the centre piece in a trilogy that deals with the consumption of images in relation to poverty, violence, social commitment and duplicity. Within the context of Episode II, Renzo Martens founded the Institute for Human Activities in 2012. The Institute for Human Activities (IHA), a foundation established in the Netherlands, Belgium and the Democratic Republic of Congo, began ‘A Gentrification Program’ on a former Unilever plantation, 800 kilometers from Kinshasa, on a tributary of the Congo River. The IHA asserts that even when art critically engages with global inequalities, it most often brings beauty, jobs, and opportunity to the places where such art is exhibited, discussed and sold – London, Venice, New York and Berlin. To counteract this situation, the IHA aims to make critique profitable in those places that provide artistic content, thus recalibrating art’s critical mandate.

Zoals bekend wordt de wereld duchtig gefilmd en heeft de consumptie van die beelden een directe invloed op de wereld zelf. De Franse filosoof André Glucksmann ging zo ver te stellen dat de uitkomst van de oorlog in Joegoslavië niet door Kalashnikovs of bommen bepaald zou worden, maar door camera’s. De Canadese schrijver Michael Ignatieff stelt in Virtual War dat wij allemaal conscripts zijn in de wereldwijde conflicten. We worden weliswaar niet onder de wapens geroepen, we worden ingeschakeld als kijker.Tegelijkertijd is het duidelijk dat welk product, idee of groepering dan ook dat de sympathie van een globaal kijkerspubliek wil wegdragen zich zal moeten voegen naar de verlangens en de verzuchtingen van dat publiek. Zo doet zich de vreemde situatie voor dat mensen in oorlog dolgraag gefilmd willen worden omdat daar hun leven van afhangt; ze worden bekeken door anderen die vooral zichzelf willen zien. Toch is het niet desinteresse of cynisme dat de buitenwereld onkenbaar maakt; medeleven als reactie op afgebeelde fenomenen is al even ontoereikend. Susan Sontag stelt in Regarding the Pain of Others: “Als we mededogen voelen, kunnen we ons inbeelden dat we niet medeplichtig zijn aan de oorzaken van het lijden. Ons mededogen is zowel een brevet van onschuld als van onmacht.” De beelden zelf lijken een methodologische patstelling te verzekeren. Men kan de wereld slechts tonen door hem af te beelden, terwijl het juist de afbeeldingen ervan zijn die de wereld commodificeren in een economie die geen kennis van de wereld, maar kennis en vervulling van eigen verlangens tot doel heeft. Afbeeldingen laten de machtsverhoudingen tussen zij die kijken en zij die bekeken worden intact en maken daarmee de werkelijkheid onkenbaar. Zulke beelden verduisteren eerder dan ze duidelijk maken. Ze verhinderen een authentieke omgang met de wereld en uiteindelijk verhinderen ze liefde. Een werk dat de verhouding tussen kijkers en bekekenen wil onderzoeken, eerder dan er zich aan te onderwerpen, kan het zich dus niet veroorloven de fenomenen op aarde af te beelden. Zo’n werk moet de wereld en zijn oorzaken en gevolgen niet als externe fenomenen afbeelden, maar dat alles, in zijn interne werking, zelf zijn. Zoals Joseph Kosuths Five words in blue neon kan een kunstwerk zich onafhankelijk maken van zijn omgeving door zijn eigen oorzaken en gevolgen reeds in zich op te nemen. Het kan daarmee de economie waar het onvermijdelijk deel van uitmaakt ontdubbelen, en wonderwel, juist door het over zichzelf te hebben, externe fenomenen zichtbaar maken. Omdat zonder een expliciete omgang van de commodificering van de wereld via afbeeldingen geen enkel beeld van die wereld authentiek kan zijn, en omdat zonder authenticiteit liefde geen kans maakt, en omdat zonder liefde ook materie geen zin heeft, werk ik sinds enige jaren aan een serie werken met de betrachting de wereld te verklaren vanuit zijn functie voor het kijkerspubliek. Deze werken, die de vorm van films hebben, passen in een lange schilderkunstige traditie van Las meninas van Velasquez en l’Atelier du peintre van Courbet tot de explosie van kunst die in de 20ste eeuw vooraleerst zichzelf, voor welk extern fenomeen dan ook, wil afbeelden. In deze films probeer ik de agenda en de verwachtingen van het kijkerspubliek in het beeld te verwerken om er onafhankelijk van te worden. Op wonderlijke manier maakt deze act van autoreferentie, die iets ijdels heeft, ruimte voor een reëel bestaand humanisme.Tot op heden zijn uit deze serie, die mijn gehele artistieke praktijk behelst, twee werken in de openbaarheid gebracht, Episode 1 (2003) en Episode 3 (2008). Daarnaast bestaan verschillende aanzetten om het moeilijkste deel te maken, Episode 2, het deel waarin alles duidelijk moet worden. Episode 2 is als het centerpiece van een middeleeuws drieluik, waarvan de zijpanelen de circumstantial evidence tonen: rechters, misdadigers, maagden, paarden, de kakofonie van wat zich op aarde allemaal afspeelt, terwijl het centrale luik de grond van de zaak vertegenwoordigt of afbeeldt. De aanbidding van het Lam, de Kruisiging, of wat het ook zij. In Episode 2 zal de relatie tussen de werkelijkheid en de beelden daarvan dieper begrepen worden, en, hopelijk, getranscendeerd worden. De afbeeldingen zullen niet meer enkel tonen, maar zijn. Dit kan een enkele film worden, of een serie korte films, of andersoortige kunstwerken.

People

Supervisor(s)

Phd Student(s)

External(s)

Alain Platel

KASK - School of Arts