Le sang et les larmes. Le suicide dans les tragédies profanes de Jean Racine

Le sang et les larmes. Le suicide dans les tragédies profanes de Jean Racine
Start - End 
2004 - 2008 (completed)
Type 
Research Focus 
Research Period 
Additional tags 
French literature
Tragedy
Classicism
Suicide

Tabgroup

Abstract

to be completed

Het zwaartepunt van dit onderzoek betreft een dramaturgische en retorische analyse van de profane tragedies van Racine. Een eerste luik van deze analyse omvat een classificatie van de verschillende types van zelfmoord die elk op hun beurt worden bestudeerd in hun relatie tot de mythe waarin ze voorkomen. Aan de hand van een dergelijke typologie, kunnen de verschillende aspecten van het zelfmoordthema aan bod komen.

Vervolgens richten we ons hoofdzakelijk tot de functie van het zelfmoordthema binnen de Raciniaanse dramaturgie (structure interne). Het zelfmoordthema was van uiterst belang in de verschillende theoretische geschriften over de ontknoping van de tragedie alsook in de verschillende "préfaces" die elk van Racines tragedies voorafgaan en waarin de auteur zijn esthetische principes verdedigt. Met behulp van de methode van de "génétique théatrale" (cf. G. Forestier) starten we bij de ontknoping van de meeste tragedies, waarin het zelfmoordthema uiteraard veelvuldig aan bod komt. Vervolgens komt een intertekstuele vergeljiking aan bod met de antieke en moderne bronnen. De analyse van de intertekstuele traditie van een bepaalde tragedie werpt een licht op de originaliteit en eigenheid van de Raciniaanse dramaturgie. Na de transformatie van een (tragisch) onderwerp tot een verhaallijn, valt te bestuderen hoe de conceptie van de trafische personages voldoet aan de eis van de "bienséance interne", namelijk het correct en coherent voorstellen van bepaalde morele eigenschappen.

Een tweede studiedomein binnen het kader van de dramaturgie omvat de theatervoorstelling op zich en de relatie tot het publiek (structure externe). In dit luik komen de tragische emoties aan bod: via welke procédés slaagt Racine erin om deze emoties op te wekken De voorstelling van zelfmoord op de scène mag in geen geval de eisen van de "bienséance externe" overtreden, namelijk het al dan niet choqueren van het publiek door expliciet gevechten of zelfmoord op de scène te tonen. De voorlopers van Racine en Corneille schrijven tragedies die nog niet aan de regels en richtlijnen van de classicistische doctrine beantwoorden. Hierdoor hebben ze meer ruimte en mogelijkheden voor de uitwerking van thema's zoals zelfmoord, waarvan de concrete uitbeelding in de classicistische periode problematisch wordt. Het tragische einde van een personage wordt in een gestileerd bodemverhaal gevat waarbij soms nog de laatste woorden van het personage geciteerd worden. Een analyse van deze verschillende discours (rhétorique du suicide) moet tenslotte aantonen hoe de aangewende retorische procédés een schijnbaar weerzinwekkende dood transformeren tot een getheatraliseerde vorm van de klassieke "belle mort".

People

Phd Student(s)