The research focuses on emotional expressions of juvenile delinquents in state reformatories between 1890 and 1965. Using discourse analysis of ego-documents, a synchronic in-depth analysis investigates how the minors navigated between the institutional emotion norms and their own ‘private’ feelings, while a diachronic analysis pertains to the interplay of emotion norms and expressions throughout time. Throughout the research the impact of gender constructions will be taken into account.
Het onderzoek bestudeert de emotionele expressies van jeugddelinquenten in rijksopvoedingsgestichten tussen 1890 en 1965. Aan de hand van discoursanalyse van egodocumenten wordt enerzijds onderzocht hoe de minderjarigen medieerden tussen institutionele emotienormen en hun eigen ‘private’ gevoelens, en anderzijds hoe deze emotienormen en expressies evolueerden doorheen de tijd. Doorheen het onderzoek wordt aandacht besteed aan de rol van genderconstructies.