The epic of 1453? Nestor-Iskinder's medieval Russian 'Tale on Constantinople' through comparative literary theory

Het epos van 1453? Nestor-Iskinders middeleeuws-Russische 'Verhaal over Constantinopel' via literatuurwetenschappelijke (om)wegen
Begin - Einde 
2005 - 2011 (afgewerkt)
Type 
Vakgroep(en) 
Vakgroep Talen en Culturen
Vakgroep Letterkunde
Onderzoeksgebied 
Trefwoorden 
Literary theory
Epic
Byzantium
Historiography
Narrative analysis
Narratology
Bakhtin
Tasso

Tabgroup

Abstract

In spite of Sultan Mehmed the Conqueror’s glorious assaults on, and Emperor Constantine XI’s heroic defence of the proud walls of Constantinople, the 1453 siege, conquest and fall of the Byzantine capital have not produced even one memorable epic. This dissertation is the very first in-depth literary-theoretical study of the late fifteenth-century Russian Tale on Constantinople (Povest’ o Tsar’grade), by the mysterious self-declared eyewitness Nestor-Iskinder, whose so-called historiographical account of the events is so hybrid and questionable that it allowed me to put forward the hypothesis that it has actually functioned (for some three hundred years) as an epic among the Orthodox Slavs.

In order to do this, I reconsider (the scope of) this ancient genre in its specific medieval Russian and premodern Pan-European contexts. Gérard Genette, as a genre expert and narratologist, Torquato Tasso, as an Aristotelian and epic poet himself, and Mikhail Bakhtin, as a literary scholar and philosopher, among others, provide solid (albeit not always ‘custom-made’) instruments to probe the numerous interfaces between premodern historiography and the epic genre. To get a better understanding of the epic functioning of the Tale on Constantinople on the thematic level, the text and its tradition are also approached as exponents of what I call the subgenre of the ‘siege narrative’. 

Heel anders dan bij de val van Troje schreven ooggetuigen bij de ultieme inname van Constantinopel, ruim tweeënhalf millennium later (1453) aan de overzijde van de Zee van Marmara, diverse historiografische relazen die meestal vrij probleemloos voor het nageslacht bewaard bleven. Aan weerklank in oost en west heeft het de Osmaanse verovering van de Byzantijnse hoofdstad nooit ontbroken, maar toch hebben deze krachttoer van sultan Mehmed II en het heroïsche verweer van keizer Constantijn XI niet één memorabel epos opgeleverd.

Met het behoorlijk hybride, laatvijftiende-eeuwse Verhaal over Constantinopel van een van die (zelfverklaarde) getuigen, de mysterieuze Nestor-Iskinder, zouden het wel eens de Russen kunnen zijn wier literatuurgeschiedenis een tekst bevat die op verscheidene vlakken nog het meest aan een epos doet denken. Daartoe dient men dit oeroude genre dan wel comparatistisch te (her)beschouwen in zijn specifiek middeleeuws-Russische én pan-Europese context. Onder meer Gérard Genette, als genredeskundige en narratoloog, Torquato Tasso, als aristoteliaan en epicus, en Michail Bachtin, als literatuurwetenschapper-filosoof, reiken daarbij degelijke (zij het niet altijd pasklare) instrumenten aan om de talloze raakvlakken van het epos met de premoderne geschiedschrijving in kaart te brengen.

Onderzoekers

Promotor(en)

Co-promotor(en)

Doctoraatsstudent(en)