to be completed
De insulaire houding van de Britse literaire historiografie staat een correct begrip van de continentale inbedding van haar literatuur in de weg. Afgezien van enkele (ver)oude(rde) overzichten [bv. Upham 1908, Randall and Williams 1977], genre- [bv. Sells 1955, Loftis 1959, Prescott 1978] en gevalstudies [bv. Brown 1933], is de schatplichtigheid van de 17de-eeuwse Britse letterkunde aan de literaturen van het Europese continent tot op heden sterk onderbelicht gebleven. Het ‘entrepôt’- project wil het multinationale literaire ideeëngoed, dat door de in de Zuidelijke en Noordelijke Nederlanden verblijvende Britten in de periode 1603-88 geassimileerd werd en doorgegeven aan de 'nationale' literatuur, nader bestuderen. In tegenstelling tot de traditionele ‘invloedenstudie’, die vaak gericht is op een comparatief onderzoek van canonieke auteurs [bv. Dryden en Corneille, Wycherley en Calderón], zal hier de aandacht uitgaan naar de receptie, verwerking en transmissie van literaire thema's, opvattingen en stijlen via diverse cultuurcentra binnen de publieke en particuliere ruimte in de Nederlanden [bv. vorstelijke hoven, adellijke huishoudens, kunsthandels, drukkerijen-uitgeverijen]. Deze specifieke invalshoek zal bijdragen tot een accuratere inschatting van de 'Europese' dimensie van de contemporaine Britse letterkunde.