Imminent art. Articulation of its disruptive emancipatory potential on the basis of a negative ontological account

Begin - Einde 
2023 - 2027 (lopend)
Type 
Vakgroep(en) 
Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Andere instituten 
Universiteit Antwerpen
Onderzoeksgebied 
Tijdsperiode 

Tabgroup

Abstract

Most philosophical approaches to the political value of art only consider art in general, as an abstract
concept. New and experimental art, of which the character and purpose are not yet established,
seems to have no place in these theories. This is reflected in society’s disproportionate support of
established in comparison to unestablished art. This project aims to break new ground by
conceptualising experimental art through the category of imminency. ‘Imminency’ refers to the
structural non-place and negative appearance of new and experimental art: imminent art is never
expected, but, as it suddenly appears, it disrupts the daily course of events. First, I set out the limits
of the existing accounts of art’s political value. These theories miss the unique value of imminent art
either by focusing only on art’s instrumental value, or by highlighting its ‘essential value’. In doing
so, they impose constraints on future art and thereby neglect imminent art’s unexpected and
surprising character. Second, I account for the ontological ‘non-place’ of imminent art. Building upon
the existing theoretical accounts of Adorno, Badiou and Rancière, my research contributes to the
development of a concept of imminent art focusing on its negative ontological status and in view of
its potential unique political implications. Third, I demonstrate the meaning of the concept of
imminent art in relation to a set of paradigmatic literary and visual artistic examples.
 

De meeste filosofische theorieën over de politieke waarde van kunst beschouwen kunst alleen als een
algemeen en abstract concept. Nieuwe en experimentele kunst, waarvan het karakter en doel nog
niet vaststaat, lijkt in deze theorieën geen plaats te hebben. Dit wordt gereflecteerd in de
onevenredige steun van de samenleving voor gevestigde in vergelijking met niet-gevestigde kunst.
Dit project beoogt nieuwe en experimentele kunst te conceptualiseren aan de hand van de categorie
‘imminentie’. ‘Imminentie’ verwijst naar haar structurele non-plaats en negatieve verschijning:
imminente kunst wordt nooit verwacht, maar in haar plotse verschijnen, is ze in staat om de
dagelijkse gang van zaken te verstoren. Eerst zal ik de gebreken van de bestaande opvattingen in
kaart brengen. Deze theorieën missen de unieke waarde van nieuwe kunst door alleen te focussen op
haar instrumentele waarde of ‘essentiële waarde’. Daarmee leggen ze beperkingen op aan de
toekomstige kunst en gaan ze voorbij aan het potentieel onverwachte en verrassende karakter.
Vervolgens ga ik dieper in op de ontologische 'non-plaats' van imminente kunst. Voortbouwend op de
filosofie van Adorno, Badiou en Rancière, draagt mijn onderzoek bij aan de ontwikkeling van een
concept van imminente kunst, gericht op haar negatief ontologisch statuut en met het oog voor haar
potentiële unieke politieke implicaties. Ten slotte illustreer ik de betekenis van imminente kunst aan
de hand van concrete artistieke voorbeelden.
 

Onderzoekers

Promotor(en)

Doctoraatsstudent(en)