Unwanted nature. The persecution of nuisance animals in Flanders and Brabant during the medieval and early modern era, 1400-1600

Ongewenste natuur. De vervolging van 'schadelijke dieren' in Vlaanderen en Brabant tijdens de middeleeuwen en vroegmoderne tijd, 1400-1600
Begin - Einde 
2021 - 2024 (lopend)
Vakgroep(en) 
Vakgroep Geschiedenis
Onderzoeksgebied 
Land/Regio 

Tabgroup

Abstract

This project examines attempts to exterminate 'nuisance animals', species that are considered harmful to human interests, in the County of Flanders and the Duchy of Brabant during the fifteenth and sixteenth centuries. The research objective is to connect long-term political, socio-economic, and environmental transformations in the Low Countries to changes in human attitudes towards wild animals, and the methods used to hunt them. It will also assess the ecological consequences of the extermination process. Flanders and Brabant might have played a pioneer role in a European perspective, given that they were two of the wealthiest and most densely populated territories, and intensified the persecution of unwanted species much earlier than other regions. In these principalities the extermination of animals such as wolves, crows, and otters was already well developed by the early 1400s, and could be stimulated through three different hunting methods. The project is based on two types of sources, laws/customs and fiscal accounts, which provide information on both the legal context and what happened in practice. By connecting environmental, social, political, and economic aspects of the history of the Low Countries to the hunting of nuisance animals, this project engages with current debates on humans' 'environmental footprint', human-animal relations, and biodiversity loss, and provides a historical framework that can be applied to other European regions as well.

Dit project onderzoekt pogingen in het laatmiddeleeuwse Graafschap Vlaanderen en Hertogdom Brabant (1400-1600) 'schadelijke dieren' (soorten die een bedreiging vormen voor menselijke belangen) uit te roeien. Het doel van dit onderzoek is lange-termijn ontwikkelingen in de Lage Landen op politiek, sociaal- economisch en milieuvlak te koppelen aan veranderende attitudes ten op zichtte van wilde dieren alsook de methoden om hen te bejagen. Daarnaast zal het ook de ecologische gevolgen van het uitroeingsproces analyseren. Vlaanderen en Brabant kunnen een pioniersrol in Europees perspectief hebben gehad, omdat zij twee zeer rijke en dichtbevolkte gebieden waren die de vervolging van schadelijke dieren eerder dan andere regio's intensiveerden. In deze vorstendommen was de uitroeing van dieren zoals de wolf, kraai en otter al goed ontwikkeld rond 1400 door gebruik te maken van drie verschillende jachtmethoden. Dit project is gebaseerd op twee soorten historische bronnen: wetten/costumen en rekeningen. Deze geven informatie over de juridische context en wat er in de praktijk gebeurde. Door milieu, socio-economische en politieke aspecten van de geschiedenis van de Lage Landen in verband te brengen met de jacht op schadelijke dieren kan dit project een bijdrage leveren aan debatten over onze 'ecologische voetafdruk', mens-dier relaties en verlies van biodiversiteit. Het biedt ook een historisch kader dat op andere Europese regio's kan worden toegepast.

Onderzoekers

Promotor(en)

Co-promotor(en)

Postdoctorale medewerker(s)