This project aims to improve our understanding of the use of courtesans (high-class Greek sex workers) as a literary focus in the Second Sophistic (50-250 CE), a literary and cultural period characterized by reverence for the classical past, a commitment to Greek language, culture, and literature, and a reignited interest in rhetoric. This period has provided us with the most comprehensive accounts on courtesans more than half a millennium after their heyday: Lucian’s Dialogues of the Courtesans, Alciphron’s Letters of Courtesans, and Athenaeus’ book 13 in The Dinner Sophists. These works which make up the corpus of the project all testify to a rise in literary attention to courtesans that is not only unparalleled in the Greek literary tradition but also never systematically analyzed in modern scholarship. This project aims to fill this gap by exploring the literary (re)constructions of courtesans in these works within the context of the Second Sophistic and their relation to the Greek literary tradition. This is achieved through a close reading of the entirety of the three works. These close readings are guided by a rhetorical-narratological and intertextual analysis and interpreted within the theoretical framework of New Historicism. This project will thus contribute to both the research on the three works as well as to research on sex work in Antiquity and the Second Sophistic.
Dit project heeft tot doel het gebruik van hetairen (antieke Griekse sekswerkers voor de elite) te onderzoeken als literaire focus in de Tweede Sofistiek (50-250 o.t.), een literaire en culturele periode gekarakteriseerd door nostalgie voor een gedeeld Grieks verleden, een toewijding aan de Griekse taal, cultuur, en literatuur, en een hernieuwde interesse in retoriek. In deze periode is er een opvallende opkomst van literaire aandacht voor deze figuren, ruim een half millennium na de bloeiperiode van hetairen: met name in Loukianos’ Hetairengesprekken, Alkifron’s Hetairenbrieven, en Athenaios’ dertiende hoofdstuk in Sofisten aan tafel. Deze werken die het corpus van dit project opmaken getuigen van een toename in belangsteling die niet enkel ongeëvenaard is in de Griekse literaire traditie, maar ook nooit eerder systematisch geanalyseerd is in modern onderzoek. Dit project wil deze leemte opvullen door de (re)constructie van hetairen in dit corpus te onderzoeken in de context van de Tweede Sofistiek en in relatie tot de Griekse literaire traditie. Dit wordt bereikt door een close reading van de drie werken in hun geheel. Deze close readings worden daarbovenop bijgestaan door een retorisch-narratologische en intertekstuele analyse en het overkoepelende theoretische kader van New Historicism. Dit project zal bijdragen aan zowel het onderzoek naar de drie literaire werken, als aan de studie van antiek sekswerk en de Tweede Sofistiek.