Marvels and Miracles: The Paradoxographic in Early Byzantine Saints' Lives

Wonderen en Mirakels: paradoxografie en Vroegbyzantijnse heiligenlevens
Begin - Einde 
2024 - 2028 (lopend)
Vakgroep(en) 
Vakgroep Letterkunde
Onderzoeksgebied 
Taal 

Tabgroup

Abstract

Marveling is a universal human response to something greater than ourselves. Throughout history, narrative literature has been a prime vehicle for marveling since descriptions of the extraordinary can induce the same sense of wonder as real-life experiences. Also, a reader’s imagination holds limitless possibilities. Ancient culture devoted an entire literary genre to the marvels of the world: paradoxography or ‘writings on the unexpected’. After the Roman empire’s Christianization, new literary genres emerged, a prolific one being hagiography, ‘writings on the saints’. It is full of
miracles, awe-inspiring events pointing to divine intervention in the world. Both genres refer to exceptional events as 'thaumata' and 'paradoxa'.
Despite such conceptual and terminological overlaps, the history of literary marvels at the turn of Greco-Roman and Christian culture has yet to be written. This project is the first to study hagiography’s relation to paradoxography and interpret its miracles through the lens of the wondrous. It aims to show that paradoxographic themes found their way into early Byzantine saints’ Lives (4th-8th c.), reveals how they relate to miracles, and recruits narrative and rhetorical theory to uncover a hitherto unrecognized function of the miraculous: the imaginative creation of a Christian worldview. Thus, the comparison with paradoxography innovates and expands the study of hagiographic miracles, while offering a unique window into Byzantines’ cognitive world. 

Verwondering is een universeel menselijke reactie op wat grootser is dan onszelf. Literatuur is van oudsher een uitgelezen bron van verwondering omdat lezen over buitenissigheden ons evenzeer kan verbluffen als ze echt ervaren. Bovendien: in de verbeelding van de lezer is alles mogelijk. In de
oudheid wijdde men een integraal genre aan de wonderen der wereld: paradoxografie of ‘teksten over het onverwachte’. Na de kerstening van het Romeinse rijk doken nieuwe genres op, waaronder het uiterst populaire genre hagiografie, ‘teksten over heiligen’. Dat staat bol van mirakels, ontzagwekkende gebeurtenissen die wijzen op Gods invloed op aarde. Beide genres noemen zulke zaken 'thaumata' en 'paradoxa'.
Ondanks die gelijkenissen is de evolutie van literaire wonderen bij de overgang van Grieks-Romeinse op christelijke cultuur onverkend terrein. Dit project bestudeert als eerste de relatie tussen hagiografie en paradoxografie en leest mirakels door de bril van de verwondering. Het wil aantonen
dat paradoxografische thema’s een plaats hebben in Vroegbyzantijnse heiligenlevens (4e-8e eeuw), het beschrijft hun verhouding tot mirakels, en het legt met narratieve en retorische theorie een niet eerder erkende functie van het miraculeuze bloot: het creëren van een door verbeelding gevoed
christelijk wereldbeeld. Zo draagt de vergelijking met paradoxografie bij aan het innoveren en uitbreiden van de studie van mirakels, en biedt ze een uniek inzicht in de cognitieve wereld van de Byzantijnen.

Onderzoekers

Promotor(en)