Steven Vanderputten (°1976, kandidaat Geschiedenis UFSIA (1996), licentiaat Geschiedenis Universiteit Gent (1998), doctoraat in de Geschiedenis Universiteit Gent (2000)) is een historicus van de samenleving en cultuur van het middeleeuwse Westen, met bijzondere aandacht voor de periode tussen circa 800 en 1200. Zijn huidige positie aan de Vakgroep Geschiedenis van de Universiteit Gent is die van gewoon hoogleraar in de geschiedenis van de vroege en hoge middeleeuwen.
Zijn onderzoek richt zich voornamelijk op de ontwikkeling, maatschappelijke inbedding en cultuur van religieuze groepen, en dekt een brede waaier aan onderwerpen: herinnering, lieux de mémoire en de vorming van collectieve identiteiten, conflictbeheersing, ritueel en publiek gedrag, orale en geschreven communicatiepraktijken, leiderschap, institutionele ontwikkeling, discours en realiteiten van kerkelijke en religieuze hervorming, en gegenderde identiteiten. Hij is de auteur van een aantal toonaangevende monografieën, waaronder Monastic Reform as Process: Realities and Representations in Medieval Flanders, 900-1100 (Cornell University Press, 2013), Reform, conflict and the shaping of corporate identities. Collected studies on Benedictine monasticism, 1050-1150 (LIT Verlag, 2013), Imagining Religious leadership in the Middle Ages. Richard of Saint-Vanne and the Politics of Reform (Cornell University Press, 2015), Dark Age Nunneries. The Ambiguous Identity of Female Monasticism, 800-1050 (Cornell University Press, 2018), en Medieval Monasticisms. Forms and Experiences of Monastic Life in the Latin West (De Gruyter/Oldebourg, 2020). Verder is hij co-uitgever van een kritische editie van bisschop Gerard van Kamerijks Acta Synodi Atrebatensis (Brepols, 2014), het eerste inquisitieverslag uit de westerse geschiedenis, alsook van een handboek over middeleeuwse geschreven bronnen (Academia Press/Lannoo 2011, 2013, 2016, en 2019) en meerdere verzamelbundels (Brepols, Leuven University Press, Brill, Amsterdam University Press). Naast vele bijdragen aan bundels en congresvolumes heeft hij ook vele artikels in vooraanstaande internationale tijdschriften, waaronder Speculum, Viator, The Journal of Medieval History, The Journal of Ecclesiastical History, Traditio, The Catholic Historical Review, Studia Monastica, Revue Bénédictine, Cahiers de civilisation médiévale, Revue Belge de Philologie et d’Histoire, Zeitschrift für Kirchengeschichte, Le Moyen Age, Studi Medievali, en Revue d'histoire ecclésiastique. Zijn laatste boek, Dismantling the medieval: Early Modern Perceptions of a Female Convent's Past (Brepols, 2021), handelt over continuïteit en breuken in de memoriecultuur van vroegmoderne groepen religieuze vrouwen. Verder was hij de editor van meerdere collectieve publicaties bij gerenommeerde wetenschappelijke uitgeverijen.
In de afgelopen vijftien jaar leidde hij zes gefinancierde onderzoeksprojecten (FWO, BOF, andere) over aan zijn onderzoek gerelateerde thema's; daarnaast begeleidde hij doctorandi en postdoctorale vorsers in hun onderzoek. In 2009-2014 was hij woordvoerder van de Wetenschappelijke Onderzoeksgemeenschap "Conventus. Problems of religious communal life in the central middle ages". Momenteel is hij raadslid van het "Henri Pirenne Consortium voor Middeleeuwse Studies" van de Universiteit Gent en is hij redactielid van "Corpus membranarum Capuanarum" (Edizioni Scientifiche Italiane) en "Vita Regularis" (LIT Verlag); verder is hij reviews editor van het vooraanstaande tijdschrift Speculum. Hij organiseerde verder talrijke conferenties, workshops, gastlezingen, en gastverblijven en is zelf een veelgevraagde gastspreker op congressen en in onderzoeksinstituten in Europa en de Verenigde Staten. In 2015 was hij acting coordinator van de special strand "Reform and renewal" van de International Medieval Conference in Leeds. Aan de Universiteit Gent vervult hij talrijke bestuursfuncties; daarnaast was hij zes jaar lang lid van het panel CULT3 van het Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen en vervulde hij talrijke expertenrollen in binnen- en buitenland.
In 2005, 2010, en 2015 kende het Bijzonder Onderzoeksfonds van de Universiteit Gent hem een termijn van vijf jaar als onderzoeksprofessor toe. Daarnaast was hij gastonderzoeker aan Clare Hall (Cambridge University, 2003), het Institute for Advanced Study (Princeton, 2005), de Forschungsstelle für Vergleichende Ordensgeschichte (Eichstätt, 2008), het Netherlands Institute for Advanced Study in the Humanities and Social Sciences (Wassenaar, 2009-2010), de Vlaams Academisch Centrum (Brussel, 2011-2012), het Institute for Advanced Study van Indiana University (Bloomington, 2012), het Institute of Advanced Study van de University of Bristol (2017), en de Accademia dei Lincei (Milan/Brescia, 2017). In april 2012 ontving hij de prestigieuze Friedrich Wilhelm Bessel Research Award van de Humboldt Stiftung (Duitsland) voor zijn bijdrage aan de geschiedwetenschap. In oktober 2013 kende de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor de Wetenschappen en Kunsten hem de titel Laureaat in de Menswetenschappen toe: het is de hoogste onderscheiding die de Academie toekent aan wetenschappers.